Jan Hofman kwam oorspronkelijk van Westerwijterd, gemeente Middelstum. Tijdens de mobilisatie werd hij opgeroepen om in dienst te treden bij het 12. Regiment Infanterie. Hier heeft hij ook voor gediend en nadat Nederland gecapituleerd had is Jan weer teruggekomen. Hij kon de Arbeitseinsatz in 1943 ontspringen doordat hij werkzaam was in de Noord-Oostpolder ten behoeve van de voedselvoorziening. Toch moest hij er uiteindelijk ook aan geloven. Dat was op maandag 13 november 1944, 08:00. De bezetter was toen druk bezig met verdedigingswerken in de provincie Groningen. Hij moest zich melden aan de Rijksstraatweg in Haren waar het hoofdkantoor van de Organisation Todt zich bevond. De inkwartiering vond plaats in Zuidlaren. Wanneer voor Jan de werkzaamheden er op zaten is helaas onbekend, maar vermoedelijk ging dit door tot in april 1945.

Direct na de bevrijding van Middelstum op 19 april 1945 sloot Jan zich aan bij de Binnenlandse Strijdkrachten. Hij kreeg als taak de brug naar Kantens te bewaken. Het kon wel eens zijn dat er nog Duitsers of NSB-ers in burgerkleding probeerden weg te komen. Op een gegeven moment kwam er inderdaad een groepje aangelopen. Onmiddellijk werd er op Jan geschoten, hij sprong in de slootwal en bleef stil liggen zodat het leek alsof hij dood was. Enkele momenten later stond hij weer op. Jan had een stevige treffer in zijn been geïncasseerd. Hier bleef hij de rest van zijn leven last van houden.

In dit nalatenschap zitten een aantal mooie, bijzondere documenten waaronder zijn oorlogszakboekje, persoonsbewijs, Duitse papieren en Feldpost. Ook tussen het na-oorlogse deel zitten een aantal bijzondere zaken die betrekking hebben op het oorlogsinvalide zijn en over zijn schoenmakerszaak in Ten Post.