Landzielbatterie Weiwerd - geschreven 10-05-2024

In 2009 kwam de heer Reens door het – bijna afgebroken – Weiwerd. Wat toen nog restte van de grote afbraak van het dorp in de jaren 70 waren een paar huizen, twee boerderijen, een schooltje en een schuur. Bij een van de resterende huizen stond een boerenkar met daarop wat spullen die te koop waren. Hiertussen bevonden zich een tweetal hulzen, waarvan één met een bijzonder verhaal. Het was namelijk een huls voor het Engelse 3,7 inch kanon, maar voorzien van Duitse inktstempels. In het laatste half jaar van de oorlog gebruikte de Kriegsmarine dit type geschut in Weiwerd. Hieronder een kort verhaal over deze batterij die door de Duitsers ‘Batterie Weiwerd’ werd genoemd.

In de tweede helft van 1944 begon het Duitse leger met het bouwen van een uitgebreid verdedigingsnetwerk in- en rond Delfzijl. Onder leiding van de Organisation Todt en de Marinefestungspioniergruppe Emden, Unterabschnitt Delfzijl, werden vele Russische Hilfswilligen en honderden burgers tewerkgesteld. Zij moesten graafwerk verrichten in de vorm van loopgraven, splitterboxen en anti-tankgrachten. Deze werden omgeven met prikkeldraad, wegversperringen, schuttersputjes, mijnenvelden, bunkers en vele posities om geschut in op te stellen. De veldstellingen voor geschut werden vaak per vier gegroepeerd (batterij grootte). Niet elke stelling werd daadwerkelijk bewapend, maar kon, in geval van een vijandelijke nadering alsnog snel worden bezet.

Op 2 december 1944 werden meerdere stukken geschut geleverd om te dienen in de verdedigingslinie om Delfzijl. Een van de locaties hiervoor was bij Weiwerd. Op deze dag arriveerden een viertal 7,5cm PaK 40 kanonnen in Weiwerd, terwijl een stuk zuidelijker (locatie onbekend) vier 7,62cm kanonnen van Russische makelij werden geplaatst. Gelijktijdig werden direct over de grens bij Buschfeld, Weener ook kanonnen geplaatst om een belangrijke brug over de Eems te beveiligen. Deze stellingen, batterijen genoemd, werden bemand door de Marine Artillerie Abteilung 126. De bij Weener geplaatste stukken waren Engelse 3,7 inch Vickers luchtafweer kanonnen, die ook uitstekend tegen land- en zeedoelen konden worden ingezet. De Duitse benaming voor deze kanonnen was ‘9,4cm Flak (e)’. Nog geen maand na plaatsing besloten de Duitsers, vanuit tactische overwegingen, de vier kanonnen van Weiwerd om te ruilen tegen de drie Engelse kanonnen bij Weener. Onder leiding van Kapitänleutnant Reyer werden de drie kanonnen na enige oponthoud op 16 februari 1945 ingeschoten. Nog geen twee maand later werden, op bevel van de Seekommandant Ostfriesland, op 10 april de drie stukken geschut toegewezen aan Aschendorf om daar het Poolse leger een halt toe te roepen. Een soortgelijke batterij met hetzelfde type geschut, bedoeld voor Petkum nabij Emden, werd daarop verplaatst naar Weiwerd. Ditmaal waren het vier 9,4cm Flak’s, onder leiding van Batteriechef Koch.

Boek met Widmung Batterie Weiwerd. Collectie: Onbekend

Het afbouwen van Batterie Weiwerd vond plaatst in de daarop volgende dagen, terwijl tegelijkertijd de nieuwe kanonnen een plek kregen bij het station in Weiwerd en op 16 april klaar waren om het gevecht aan te gaan. Precies op tijd, want de Canadezen hadden de stad Groningen reeds bevrijd en Delfzijl zou het volgende doel zijn. Op 19 december werden de eerste vijf schoten gelost. Naarmate de vijand naderde begonnen alle batterijen rond Delfzijl hun vuur te intensiveren. Ook Batterie Weiwerd schoot er in alle hevigheid op los en op 30 april bevond de vijand zich al bijna bij Weiwerd. Hierop werd alle munitie verschoten waarna de kanonnen door de Duitsers zelf werden vernietigd. Op 1 mei volgde de bevrijding van Delfzijl, een dag later was Farmsum aan de beurt. Daarmee was het laatste gevecht op Nederlands grondgebied een feit.

Uit Kriegstagebuch Kommandanten im Abschnitt Emden

Kaart van Weiwerd met oorlogsschade. Collectie: archief gemeente Eemsdelta