Josef Hammel  - een zware explosie in hartje Delfzijl (geschreven op 05-10-2023)

Het is oktober 1944. Het realiseren van enkele verdedigingslinies rond Delfzijl, de Eulen- en de Werner-Linie, zijn in volle gang - al sinds het begin van de zomer. Nadat de meeste bunkerbouw en grondwerken klaar zijn wordt het tijd voor de Marine Pioniere om aan de slag te gaan. Zij moeten mijnenvelden aanleggen in en rond Delfzijl. De kaarten zijn inmiddels gemaakt waarna de percelen worden voorzien van mijnen. De hiervoor beoogde locaties (globaal): Bierum-Holwierde, Geefsweer-Weiwerd, Delfzijl en rondom de vier luchtdoelbatterijen aan de zeedijk. Verantwoordelijk voor het leggen zijn de 2. Kompanie van het Marine Festungs Pionier Bataillon 314 en de 3. Kompanie van het Marine Festungs Pionier Bataillon 340. Ook is er een deel van de 1. Kompanie Marine Festungs Pionier Bataillon 340 in Delfzijl gelegerd. Het zijn militairen die een opleiding doen tot officier en zij worden hier tevens opgeleid tot volwaardige ‘Pioniere’.

Het opleiden en het leren omgaan met de landmijnen vindt plaats in de u.l.o. school in de Schoolstraat in het centrum van Delfzijl. Op 7 november worden verschillende soorten mijnen middels paard en wagen de school binnengebracht. Omstreeks drie uur in de middag volgt er een enorme explosie in de school. Er is iets gruwelijk fout gegaan. Het Kriegstagebuch van de Kommandant im Abschnitt Emden meldt het volgende:

‘’In Delfzijl een ontploffing tijdens een instructie over Riegelminen. Slachtoffers: Negen militairen en één burgerpersoon dood. Drie militairen zwaar- en drie lichtgewond. Onderkomen van het Pionier Bataillon (massief schoolgebouw) behoorlijk beschadigd. Buurhuis volledig vernield. Andere huizen dak- en ruitschade. Onderzoek naar de oorzaak in volle gang’’ 

Het hoge gebouw rechts is de u.l.o. school in de Schoolstraat te Delfzijl. Op de achtergrond molen 'Adam'. (Collectie: Archief gemeente Eemsdelta)

Het buurhuis behoort toe aan de familie Mensinga. Het huis stort door de explosie in en de vierjarige Freerk Mensinga komt hierbij onder het puin terecht en overleeft dit niet. Mensinga’s buurvrouw, Annie Zeldenrust, haalt de broer van Freerk, Tjeert, levend onder het puin vandaan. Van de school is het dak volledig weggeblazen. Het is zelfs op luchtfoto’s te zien. De gesneuvelde militairen worden allen in een massagraf begraven op de begraafplaats in Delfzijl. De slachtoffers zijn:

Gefreiter Rudolf Hensler (1907)

Obergefreiter Franz Bantle (1905)

Hauptgefreiter Walter Dahl (1906)

Obergefreiter Josef Bach (1901)

Obergefreiter Josef Hammel (1907)

Unteroffizier Helmut Springer (1906)

Gefreiter Ferdinand Hürtgen (1904)

Fahnenjunker Hermann Heitmann (1926)

Hauptgefreiter Rudolf Brandenburg  (1901)

Het is van deze Josef Hammel waarvan ik een bidprentje, in het Duits beter bekend als Sterbebild, heb ontvangen vandaag. Ook na dit zware ongeluk gaat het leggen van landmijnen door. De laatste velden worden tot enkele dagen voor de gevechten uitbreken in april 1945 aangelegd. Vrij direct na de oorlog moeten alle, enkele tienduizenden landmijnen, weer opgeruimd worden. Veelal jonge knapen - amper militair te noemen – die dienen bij de Fallschirm Pionier Bataillon 6 onder leiding van Hauptmann Mittelstaedt moeten het gebied weer mijnvrij maken. Ook hierbij gebeuren de nodige ongelukken…

Begrafenis van de negen militairen in Delfzijl (Collectie: Oorlogsmuseum Middelstum)

Bidprentje van Josef Hammel (Collectie: Oorlogsmuseum Middelstum)

Karteikarte van Josef zijn overlijden (Collectie: Bundesarchiv)

Riegelmine 43, het type dat tot ontploffing kwam.